Wkb en wijzigingen in het vergunningsproces en toezicht

Home  /  Wkb  /

Wet kwaliteitsborging tijdlijn

Wat verandert er in het proces van de vergunningsaanvraag?


Van "Vergunningsaanvraag" naar "Aanvraag omgevingsplanactiviteit"
Onder de Omgevingswet heet de vergunningsaanvraag voor een bouwwerk een 'aanvraag omgevingsplanactiviteit'. De gemeente beoordeelt deze aanvraag aan de geldende eisen vanuit het bestemmingsplan, welstand en overige ruimtelijke aspecten. Hierin worden eventuele risico's op of nabij de bouwlocatie (b.v. omgevingsveiligheid tijdens bouw of sloop) of maatwerkeisen in het lokale omgevingsplan (zoals hogere eisen voor energiezuinigheid, duurzaamheid, geluid, milieu) meegenomen. Als de bouwaanvraag aan al deze eisen voldoet, dan geeft de gemeente een omgevingsvergunning af.

De gemeente toetst de vergunningsaanvraag echter niet meer op bouwtechnische aspecten (nu Bouwbesluit; straks Besluit bouwwerken leefomgeving - Bbl). Deze zullen worden getoetst door een private kwaliteitsborger.

Risicobeoordeling
De kwaliteitsborger controleer of het bouwplan voldoet aan de bouwtechnische regels. Op basis van deze ontwerptoets wordt een risicobeoordeling uitgevoerd, gericht op die aspecten die er toe kunnen leiden dat het uiteindelijke bouwwerk niet voldoet aan de bouwtechnische regels. De eventueel door de gemeente gesignaleerde bijzonderheden vanuit de lokale maatwerk omgevingseisen (hogere eisen voor energiezuinigheid, duurzaamheid, geluid, milieu) of risico's (omgevingsveiligheid tijdens bouw of sloop) dienen hierin te worden meegenomen.

Borgingsplan
De aannemer dient te onderbouwen hoe hij tijdens de bouw zijn werkzaamheden en die van eventuele onderaannemers controleert om de gesignaleerde risico's beheersbaar te houden, zodat een bouwwerk wordt opgeleverd dat voldoet aan de bouwtechnische regels. De kwaliteitsborger maakt op basis hiervan een plan hoe hij tijdens de realisatiefase d.m.v. inspecties de kwaliteit van de aannemer gaat verifiëren. De geplande kwaliteitscontroles door de aannemer en de verificaties door de kwaliteitsborger worden gecombineerd in het borgingsplan, wat formeel wordt vastgesteld door de kwaliteitsborger.

Informeren van gemeente voor start bouw
Minimaal 4 weken voor start bouw dient er een bouwmelding gedaan te worden bij de gemeente. Bij deze bouwmelding dient de risicobeoordeling en het daarop gebaseerde borgingsplan met de gemeente gedeeld te worden, zodat die voor bijzondere situaties kan bepalen of extra informatie over of gemeentelijk toezicht tijdens specifieke bouwwerkzaamheden nodig is.

Bij de bouwmelding wordt de gemeente ook geïnformeerd over het instrument en de kwaliteitsborger die voor dit bouwproject ingezet zullen worden. De gemeente zal controleren of dit instrument en deze kwaliteitsborger gebruikt kunnen worden voor het type bouwwerk waarvoor de vergunning is aangevraagd.

Als bij de bouwmelding informatie ontbreekt of deze niet voldoet aan de gestelde eisen, dan is de bouwmelding onvolledig. In dat geval mag niet 4 weken later met de bouw gestart worden, maar moet eerst een nieuwe correcte bouwmelding bij de gemeente gedaan worden.

Als de vergunningaanvrager binnen de termijn van 4 weken geen signaal van de gemeente ontvangt dat de melding onvolledig is, dan mag met de bouwwerkzaamheden worden begonnen. Minimaal 2 dagen voor start bouw dient de gemeente geïnformeerd te worden over het moment dat de bouwwerkzaamheden zullen aanvangen. Op de bouwplaats moet een actuele planning van de data waarop specifieke bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd aanwezig zijn. De gemeente kan toezicht- en handhavende bevoegdheden inzetten als hieraan niet wordt voldaan, waaronder zo nodig het stilleggen van de bouw.

 

 

 

 

 


 

Wat verandert er tijdens de bouw en bij gereedmelding?


Toezicht & handhaving door gemeente
De kwaliteitsborger neemt niet de taken van het bevoegd gezag over ten aanzien van het toezicht op de naleving en de handhaving van de bouwregelgeving. Deze taken en de bijbehorende bevoegdheden blijven op een gelijke manier als onder het huidige systeem bij de gemeente en zij kan zelf bepalen hoe zij daaraan invulling geeft. Als dat nodig is, dan kan de gemeente onderzoeken of er sprake is van een overtreding van de bouwtechnische regels en zo nodig handhavend optreden. De gemeente kan dit doen naar aanleiding van een melding van een kwaliteitsborger, op basis van signalen van derden of kan zelf op onderzoek uit door bijvoorbeeld de bouwplaats te bezoeken en extra informatie op te vragen bij de bouwpartijen. Indien nodig, kan de gemeente vervolgens handhavend optreden, waaronder zo nodig het stilleggen van de bouw.

De kwaliteitsborger moet de gemeente informeren indien hij tijdens de bouw tekortkomingen constateert die ertoe kunnen leiden dat het te realiseren bouwwerk niet aan de bouwtechnische regels voldoet, tenzij een afwijking tijdens het bouwen ongedaan kan worden gemaakt en dit vervolgens geen effect heeft op het uiteindelijk voldoen van het te realiseren bouwwerk aan de bouwtechnische regels.

Gereedmelding
Ten minste 2 weken voor de geplande ingebruikname van het gerealiseerde bouwwerk, dient het bouwwerk bij de gemeente gereedgemeld te worden. Zonder gereedmelding mag het bouwwerk niet in gebruik worden genomen. Bij de gereedmelding dient de aannemer een dossier bevoegd gezag aan te leveren. Naast informatie over de wijze waarop bij het bouwen rekening is gehouden met de in de risicobeoordeling genoemde risico’s, wordt in het dossier bevoegd gezag informatie opgenomen die inzichtelijk maakt dat het gerealiseerde bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische regels en noodzakelijke informatie die niet te achterhalen valt, anders dan door destructief onderzoek. Deze informatie kan de gemeente gebruiken in het kader van haar toezichthoudende taak op de bestaande bouw.

Daarnaast zal de kwaliteitsborger een verklaring opstellen of er gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische regels. Bij deze verklaring wordt, voor zover van belang, ingegaan op de getroffen maatregelen om bouwtechnische risico’s te beperken of te voorkomen. De gemeente beoordeelt of het dossier bevoegd gezag en de conformiteitsverklaring van de kwaliteitsborger juist en volledig zijn (de gemeente voert geen inhoudelijke toetsing uit). Als dat het geval is, dan kan het bouwwerk in gebruik worden genomen.